ARTICLE – JULY 2019 (Dutch only)
Herinneringen aan Okwui Enwezor
door Nina Folkersma
gepubliceerd in H Art, no 194, 2019
Naar aanleiding van het overlijden maart jongstleden van de bekende Nigeriaanse curator Okwui Enwezor (Biënnale van Venetie 2015, documenta 11 …), vroegen we Nina Folkersma om een aandenken aan hem te schrijven. Folkersma, freeland curator die ook een tijd in het S.M.A.K. in Gent heeft gewerkt, leerde Enwezor in 1997 kennen en kruiste sindsdien meermaals zijn pad.
Johannesburg Biënnale, 1997
Twee weken voor de opening en ongeveer vier weken nadat ik in Johannesburg ben aangekomen om mee te werken aan de biënnale, dient Okwui Enwezor zijn ontslag in als artistiek directeur van de 2e Johannesburg Biënnale. Een week daarvoor had het stadsbestuur de stad failliet verklaard en alle gemeenschapsgelden bevroren. Vanaf die dag waren de telefoonlijnen gesloten en kon er geen fax meer worden verstuurd. Vliegtickets voor internationale kunstenaars als Hans Haacke, Shirin Neshat, Suchan Kinoshita en Pierre Huyghe werden ‘on hold’ gezet en de productie van nieuwe werken van Cildo Meireles en Steve McQueen werd gestaakt. Geen wonder dat Okwui stampij maakte en dreigde op te stappen. Zijn ambities voor deze tweede editie van de Johannesburg Biënnale waren torenhoog. Onder de titel Trade Routes: History and Geography stelde hij een biënnale voor die bestond uit zes grote tentoonstellingen, waarvan vier in Johannesburg en twee in Kaapstad, samengesteld door zes internationale co-curatoren, waaronder Hou Hanru, Octavio Zaya en Gerardo Mosquera, met in totaal 163 kunstenaars uit 63 landen. Daarnaast zouden er verschillende projecten plaatsvinden in de openbare ruimte, bijvoorbeeld op billboards langs de snelweg en in lokale ‘shebeens’ in Soweto; een vijfdaagse conferentie met gerenommeerde sprekers als Gayatra Spivak en Cathérine David; en een uitgebreid programma met speelfilms en documentaires over de ontwikkeling van de Afrikaanse cultuur op het continent en in diaspora. Ondanks alle tegenslagen kreeg Enwezor het uiteindelijk allemaal voor elkaar. Niet alleen in praktische zin, ook artistiek-inhoudelijk slaagde hij erin een biënnale neer te zetten die een volstrekt nieuw perspectief bood op zowel de structuur van een biënnale als op ontwikkelingen in de hedendaagse kunst.
Voor mij als jonge Nederlandse curator, opgeleid in een eenzijdig westerse, modernistische traditie, opende Enwezor de wereld en liet zien dat er ook in Afrika, Azië, Zuid-Amerika en het Midden-Oosten hedendaagse kunst van hoge kwaliteit werd gemaakt. Hij liet zien hoe beperkt de bestaande kunstgeschiedenis was en hoe oneindig complex en onoverzichtelijk de werkelijke wereld. Nog los van al die andere onvergetelijke ervaringen tijdens mijn drie maanden in Johannesburg (de nachtelijke schietpartijen in de buurt, de ontmoeting met de Nederlandse minister Pronk en een in slaap gevallen Hans Haacke op mijn schouder) was de 2e Johannesburg Biënnale voor mij en vele anderen in de kunstwereld een ware mind-opener. Maar ook voor Okwui zelf bleek het een bepalende biënnale. Veel van de kunstenaars die hij hier introduceerde – kunstenaars als Georges Adéagbo, Ghada Amer, Tania Bruguera, Coco Fusco, Kendell Geers, Alfredo Jaar, William Kentridge, Yinka Shonibare, Steven McQueen – keerden regelmatig terug in zijn latere grootschalige tentoonstellingen. Het is ook veelzeggend dat deze kunstenaars, die destijds relatief onbekend waren, inmiddels tot de nieuwe canon van de hedendaagse kunst behoren. Het maakt duidelijk dat Enwezor niet alleen een vooruitziende blik had, maar belangrijker nog: de gave om daadwerkelijk verandering teweeg te brengen.
Lees het volledige artikel in HART #194